Partijen die een geschil hebben, kunnen overeenkomen om een beroep te doen op een “scheidsgerecht”. Dat biedt de partijen de mogelijkheid om hun geschil niet door de rechtbanken van de rechterlijke orde te laten oplossen, maar door één of meerdere door de partijen gekozen en vergoede arbiters en dit op een vertrouwelijke manier.
Arbitrage is nuttig en wordt vooral gekozen voor erg technische onderwerpen (bvb bouwdossiers of IT) of internationale geschillen omdat de gekozen arbiters experten in die materies zullen zijn.
Het scheidsgerecht doet een arbitrale uitspraak na de partijen gehoord te hebben en de meegedeelde stukken van het dossier te hebben bestudeerd.
De regeling van een geschil door arbitrage is enkel mogelijk met de toestemming van de betrokken partijen. Ofwel bevat het contract waarover het geschil gaat reeds een arbitrage clausule ofwel dienen partijen een afzonderlijke arbitrage overeenkomst te ondertekenen die gee twijfel mag laten over de wens van de partijen om hun geschil aan arbitrage voor te leggen.
De arbitrale uitspraak van het scheidsgerecht is, net zoals een vonnis, bindend voor de partijen.
Het verloop van de arbitrage wordt beschreven in het Gerechtelijk Wetboek.
Het scheidsgerecht doet schriftelijk uitspraak, na de partijen gehoord te hebben.
De arbitrale uitspraak moet met redenen omkleed en door de arbiters ondertekend worden. Ze is dus bindend voor de partijen.
Om gedwongen te kunnen worden uitgevoerd, moet de arbitrale uitspraak uitvoerbaar gemaakt worden door de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg. Dat is de zogenaamde exequaturprocedure.
Er kan enkel hoger beroep worden aangetekend tegen een arbitrale uitspraak als de mogelijkheid daartoe voorzien is in de arbitrage-overeenkomst